Op broze voeten past de maand augustus het jaar 1959 in twee markante delen af: aan de ene kant het staartje van mijn ‘schoolloopbaan’, aan de andere de start van mijn ‘werkzame leven’. – Studeren aan een dagopleiding zit er voor mij niet in, er moet geld in het laatje komen.
Wat augustus óók markeert is de onbedaarlijke zomer van 1959, het wordt het zonnigste jaar ooit, met een Indian Summer tot diep in september en oktober. Lees verder 1959 – Loopplank met hete kolen
Alle berichten van Balthasar
1958 – Auf Flügeln des Gesanges
Het ’s-Hertogenbosch Jongerenkoor repeteert zondagsochtends om 11 uur in het Noord-Brabants Museum dat gevestigd is in de Oude Sint Jacobs-kerk aan de Bethaniënstraat. Je loopt door een donkerverlaten museumzaal, met sombergetinte schilderijen van Hendrik Chabot (1894-1949) aan de wanden, naar het geheel in wit uitgevoerde repetitielokaal aan de achterzijde van het gebouw. Lees verder 1958 – Auf Flügeln des Gesanges
1957 – Reculer pour mieux sauter*
Juli 1957: ik zit met al m’n schoolgenoten-bovenbouw in de aula voor de finale rapportbijeenkomst. Rector Pacilly leest per klas de namen alfabetisch op. Na elke naam elleboogt zich een dubbele punt naar voren: ‘Bevorderd!’ damoclest Pacilly dan. Of: ‘Niet bevorderd!’, met een hatelijk accent op ‘niet’. – Volgende naam. Lees verder 1957 – Reculer pour mieux sauter*
1956 – Hoe koud het was, en hoe dichtbij
In de jaren vijftig en zestig vliegen ze uit, de Balthasartjes. De meisjes trouwen van huis uit, of liever: vanuit huis, nog preciezer gezegd: vanuit het ouderlijk huis. Vijf keer is er een bruiloft in de werkplaats/winkel aan de Korenbrugstraat, zeven maal verkassen we met de hele bubs naar andere ouderlijke huizen. De eerste keer naar Amsterdam voor mijn kunstbroer en zijn artistieke vrouw, een keer naar Schijndel als ik zelf aan de beurt ben, de andere keren naar elders in Den Bosch. Lees verder 1956 – Hoe koud het was, en hoe dichtbij
1955 – Voorbodes van een nieuwe tijd?
Voor het nieuwe schooljaar kreeg ik – ‘door een vergissing van de bank in uw voordeel’ of zoiets – een pak, antracietgrijs en met hip-smalle broekspijpen. Na veel zeuren mocht ik er een rood overhemd bij kopen, met een zwarte veter bij wijze van stropdas. Ik voelde me helemaal bij de tijd, het heertje, klaar om aan 4 Gym te beginnen.
Na de eerste gymnastiekles bleken mijn kleren verdwenen te zijn, en ging ik tenslotte maar in mijn gymspullen naar de volgende lessen. Het duurde niet lang of de aap uit de mouw bleken twee klasgenoten te zijn (hun namen zijn nog steeds bij de redactie bekend!) die mijn kleding niet passend vonden voor een gymnasiast.
Lees verder 1955 – Voorbodes van een nieuwe tijd?
1954 – Een dag uit het leven van een gymnasiast
Van de ‘Afdeling Onderbouw’ (2 leerjaren) ben ik dit jaar bevorderd naar de ‘Afdeling Gymnasium’ (4 leerjaren), oftewel naar 3 Gym, in het jargon van het Sint Jans Lyceum. De voornaamste veranderingen betreffen het vak Grieks met zijn geheimzinnige lettertekens, algebra en meetkunde waar ik nu ineens onvoldoendes voor begin te halen, en het vak Nederlands dat steeds interessanter wordt. Lees verder 1954 – Een dag uit het leven van een gymnasiast
1953 – Ridders in de Orde van de Balthasar
Zeg 1953, en elk weldenkend mens zal met het bekende rijtje aan komen zetten: zondag 1 februari, springtij, watersnoodramp, 1836 doden, beurzen open en dijken dicht, caissons, deltawerken. Een en al Nationale Gebeurtenis kortom, iets anders leek er in dat jaar niet te bestaan (de dood van Stalin bijvoorbeeld, Edmund Hillary die de top van de Mount Everest bereikt, de film ‘Roman Holiday’ die alle Audry Hepburn-fans – de halve wereld dus – deed zwijmelen).
Deze constatering ontslaat mij met uw welnemen van een geforceerde link naar de actualiteit van 1953. Lees verder 1953 – Ridders in de Orde van de Balthasar
1952 – De grote oversteek
Ook om zelf weer ‘n beetje te kunnen begrijpen tijdens welke orkaan van gebeurtenissen mijn grote overstap van lagere naar middelbare school plaatsvond, doe ik een madurodamgreepje uit ‘Het aanzien van 1952’. En het gekke is, ik herinner ze me allemaal, die wereldschokken. ‘Geholpen’ door de geboekstaafde feiten weliswaar, maar toch. Want, om met geheugenprofessor Douwe Draaisma te spreken: oja-kennis is óók kennis. Een hele troost voor bijna iedereen. Lees daarom vooral zijn: ‘Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt’. – En je kunt er weer beter tegen. Lees verder 1952 – De grote oversteek
1951 – Sprekend zilver
De binnenwereld van 1951 laat een jaar van grote feesten zien: de zilveren bruiloft van de ouders Balthasar, het zilveren jubileum van pastoor De Kroon. Beide feesten werden langdurig en breed voorbereid, met een inzet, een vasthoudendheid en een vanzelfsprekendheid waar ik in verwondering en ook wel ’n beetje in ongeloof op terugkijk. Lees verder 1951 – Sprekend zilver
1950 – Hoe ik aan het kuiltje in mijn linker scheenbeen kwam
Vanaf nu beginnen dus die ‘oersaaie’ jaren vijftig. – Nou, dat zullen we dan nog wel ‘s zien. Te beginnen met 1950, een ‘heilig jaar’ volgens Paus Pius XII in Rome. In elk geval was het toeristisch daar een topjaar, want er kwamen meer dan drie miljoen pelgrims naar de heilige stad (waar toen nog geen zweem van ironie omheen hing). Onder hen mijn oudste broer J., kunstenaar in aantocht, en zijn vriend N., die samen een poging deden om te voet Rome te bereiken. Lees verder 1950 – Hoe ik aan het kuiltje in mijn linker scheenbeen kwam