Het is weer zo’n drempeljaar, 1989, u weet dat ik daar vaker mank aan ga. Maar niks aan te doen: ik ben 49 en stoom op naar de 50, daar kun je last van hebben. Dit jaar zijn we 25 jaar getrouwd, mijn alderliefste en ik, en hevig benieuwd naar de volgende 25, naar ‘wat rustig schuilt / maar straalt wanneer ik schouwen wil’ (w.g. Jan Hanlo).
Iets verder van huis valt De Berlijnse Muur en belijdt de Russische leider Gorbatsjov zijn geloof in de perestroika (openheid). De Baltische Staten Estland, Letland en Litouwen ruiken de verloren onafhankelijkheid, en willen daar graag ’n stevig potje bij zingen. Nieuwe kansen komen in zicht en zullen ‘het aanschijn van dit stukje aarde’ stevig gaan veranderen.
Alleen in China zijn ze nog niet zover, ondanks de hevige studentenmanifestaties voor meer openheid en ’n beetje democratie. Met ouderwets tankgeweld en ten koste van een onbekend aantal doden ‘wordt de orde hersteld’. Terug in het hok, jullie, en de gordijnen dicht.
De Balthasarsblog is geen geschiedenisboek, maar een betwistbaar verslag van de persoonlijk beleefde werkelijkheid. Binnen- en buitenwereld komen elkaar daar geregeld tegen, gezien door míjn ogen en via míjn meekleurende brillenglazen. En dan is het dus niet raar als een ‘Onderzoek naar de heroïek van het colbertjasje’ net zo veel ruimte krijgt als de ‘Veldslag op het Plein van de Hemelse Vrede’. – Het blog-jaar 1989 is er een van verbrokkeling en verandering, verpakt in willekeurige stukjes dagboek.
3 april 1989 – Ach ja, dat colbertjasje
* Vandaag verscheen nr. 89-2 van Gestampte muisjes, het personeelsblad van Uitgeverij De Ruiter in Gorcum. Daarin o.a. mijn artikel ‘De heroïek van het colbertjasje – Een onderzoek naar de positie van het herencolbert tijdens kantooruren in het Uitgeverijbedrijf anno 1989’. – Zes pagina’s lopende tekst, met foto’s en uitgebreide bijschriften.
* Bijvoorbeeld foto 5 (jasje over stoel): ‘Heroïek en tragiek in één. Wel méé mogen, maar niet áán mogen. Eerste-echelonsmanagers houden er steeds vaker de gewoonte op na om in hun riante kantoorruimte een vaste stoel te reserveren voor hun ‘jasje’, en het daar de gehele dag bij te laten. (De term ‘jasje’ is volgens kenner Arno K. overigens een gotspe van de hoogste orde: het chique Frans vervangen door een ordinaire spreekvariant, hoe diep kun je zinken?)’
* Gemengde reacties gekregen, vooral van respondenten die niet met naam en toenaam of vanwege hun jasjes-aberratie c.q. –fetisjisme vermeld werden.
5 juni 1989 – Tank Man, held
* Sinds 15 april van dit jaar is er in Peking een grote studentenopstand aan de gang. Toen we vandaag bij Mi in Haarlem op bezoek waren zagen we op de tv hoe de opstand hardhandig werd neergeslagen. Het Chinese leger viel de studenten op en rond het Tienanmen-plein (Plein van de Hemelse Vrede – what’s in a name!) met wapengeweld aan.
* Op de beroemdste foto van de opstand staat iemand die nu al ‘Tank Man’ genoemd wordt. Een demonstrant met een plastic tasje in de hand probeert een aantal tanks tegen te houden. Hij gaat rechtop voor een van de tanks staan en geeft daarmee aan: wil je doorrijden, dan zul je over me heen moeten rijden. Daarna klimt hij op de tank, praat met de tankbestuurder, klimt er weer af, en verdwijnt tenslotte in de menigte. Een anonieme held.
* Het is niet bekend geworden hoeveel mensen bij de veldslag rond het Tienanmen-plein om het leven kwamen. De Chinese luiken zijn weer hermetisch gesloten.
23 augustus 1989 – Zingende revolutie
* Sinds ik in mijn jeugd ’n paar jaar postzegels spaarde, heb ik een zwak voor de Baltische staten Estland, Letland en Litouwen. De namen van hun hoofdsteden haal ik nog altijd door elkaar, en ik moet telkens goed nadenken hoe ze geografisch ook alweer gerangschikt zijn: met z’n drieën vormen ze oneerbiedig gezegd zo’n beetje één pot nat, maar wel een sympathieke pot nat.
* Vandaag vormden meer dan 2 miljoen mensen in Estland/Letland/Litouwen de ‘Baltische weg’: een menselijke keten van 600 km tussen de drie hoofdsteden Tallinn, Riga en Vilnius.
* Deze manifestatie is een hoogtepunt in wat al jaren ‘De Zingende Revolutie’ heet: sinds 1987 (het begin van de zgn. perestroika-periode van Gorbatsjov) proberen de drie landen hun onafhankelijkheid te heroveren door bij elke nationale gebeurtenis massaal de verboden volksliederen te zingen.
* Estland, Letland en Litouwen verloren hun zelfstandigheid door het Molotov-Ribbentrop-pact in 1939, en vielen daardoor ‘onder Rusland’. De bevolking van die landen bestaat sindsdien voor zo’n kwart uit Russen.
* Jammer dat ik m’n DAVO-albums van destijds niet bewaard heb, vooral vanwege al die ‘Baltische Gaten’ die nog gevuld moesten worden.
9 november 1989 – Val van de Muur
* Hoe je de algemene of vaderlandse geschiedenis ook wendt of keert, wát er ook voor engs of leuks in je eigen leven aan de hand is, de Val van de Berlijnse Muur op 9 november wordt algemeen gezien als dé historische gebeurtenis van het jaar 1989. Ben je toevallig in 1989 geboren of begraven, dan zit je voor eeuwig vast aan die Muur, zoals Franz Ferdinand aan WO I en 1963 aan JFK. – Toen De Muur viel riep mijn alderliefste mij naar de tv, en werden wij door de hevigste emotie bevangen terwijl de witkwast in mijn rechterhand langzaam maar zeker tot gipssteen verhardde en de pasta in de pan op het gas zich als een meikever de bodem inwerkte.
* 48 jaar na ‘de bouw’ (die ik in 1969 als dpl. sergeant als het ware aan den lijve ervaren heb), en honderden VOPO-slachtoffers verder verliest de Muur op slag zijn afschrikwekkende statuur: met messen, vorken en pikhouwelen kerft een getroebleerde bevolking putten en krassen in de winterjas van de totalitariteit, de dictatuur van het communistische angstregime. Sterker, de winterjas wordt met steeds grover geschut aan stukken gereten zodat Honnecker, Krenz, de Stasi en al die andere trawanten per blote kont in de vrieskou komen te staan.
15 december 1989 – Zilver
* Tja, wat schrijf je over een zilveren bruiloft in je dagboek? Hoe mooi wij zelf, en verder iedereen, gekleed was? (M. in het schitterendste paars, en ikzelf met een hallucinant kleurig strikje.) Iets over half mislukte foto’s, het voortreffelijke eten, de cadeaus, de bloemen, de felicitatiepost? Van alles dan maar een beetje. Het was hoe dan ook een mooie familiebijeenkomst, met opgewekte mensen in een voortreffelijk restaurant.
* Feestelijk diner met de twee families (40 ‘man’) bij Restaurant ‘De Veste’ – Voor exquise Franse gerechten – in De Uilenburg. Beetje chic wel, en toch lekker. Volgens de rekening die hier voor me ligt kostten de ’35 aperitief maison’ maar liefst f 332,50. Een tientje voor een glas champagne, kun je exclusiever beginnen? – De ene sigaar bij de koffie voor Ma staat er ook op: f 2,50. Ma aan de sigaar? Volgens mij is het bij 2 à 3 voorzichtige trekjes gebleven.
* Met het oog op ‘de drank’ kon iedereen heen en terug een ‘gratis’ taxi nemen, maar daar is weinig gebruik van gemaakt. De 15 mensen uit S. kwamen allemaal met de door ons gehuurde bus. – Er hoefde niemand de bus of de taxi ingedragen te worden, het was en bleef beschaafd.
* Gelukkig waren er – op ons verzoek overigens – geen sketches of toespraken. Zo konden mijn alderliefste en ik tijdens het diner ongedwongen alle tafels langsgaan om het feest met en voor iedereen ‘persoonlijk‘ te maken.
‘hou je van me / altijd’
Het zal niemand verbazen dat ik het slotgedicht van 1989 aan mijn zilveren alderliefste opdraag. En de keuze van dat gedicht zal natuurlijk Jan Hanlo (1912-1969) zijn, de Hanlo van ‘Jossie’, van ‘hou je van me / altijd’, de Hanlo van ‘je bent’, van ‘Kroop de mist’, van ‘Wat zal ik voor je kopen, zoon?’, van ‘ik noem je bloemen’, van ‘’s Morgens’, van ‘De Mus’, van ‘Kouwetenendokter’, van ‘Oote, oote, boe’, van ‘Hoor de merels’, jazeker, de Jan Hanlo ook van ‘zo meen ik dat ook jij bent’, – mooiere ontboezeming voor een ‘jij’ bestaat er misschien niet. Het gedicht staat in de ‘Verzamelde gedichten’, Amsterdam 1958, en het is… voor jou, ja jij ja.
ZO MEEN IK DAT OOK JIJ BENT
zoals de koelte ’s nachts langs lelies
en langs rozen
als wit koraal en parels diep in zee
zoals wat schoon is rustig schuilt
maar straalt wanneer ik schouwen wil
zo meen ik dat ook jij bent
als melk
als leem
en ’t bleke rood van vaal gesteent
of porcelein
zoals wat ver is en gering
en lang vergeten voor het oud is
zoals een waskaars en een koekoek
en een oud boek en een glimlach
en wat onverwacht en zacht is en het eerste
en wat schuchter en verlangend en vrijgevig
gaaf maar broos is
zo meen ik dat ook jij bent