Terwijl de nieuwe Amerikaanse president Trump in zijn gekte de wereld langzaam maar zeker richting de afgrond twittert, en Grote Leider Xi Jinping zijn China naar de top van de van CO2 zwangere wereldeconomie stuwt, ja, terwijl Nederland zijn langste kabinetsformatie ooit doorstaat en de Partij van de Arbeid de omvang van een dwergpartij bereikt, leven wij Balthasartjes in 2017 voornamelijk in de binnenwereld van kanker en ziekenhuizen.
Toch houden we bewust de focus op de toekomst, en daarom besluiten we een nieuw huis te gaan bouwen in het centrum van Zutphen, op te leveren rond september 2018. Als ik al niet van alinea één wakker lig (begrijpelijk), dan wel van deze tweede (zinloos). Nou ja, onbekommerd slapen kan straks nog lang genoeg in het voltooide leven of niet-leven, daar hou ik D66-kamerlid Pia Dijkstra aan. Alleen die voortdurende jeuk in mijn gezicht…, dat ‘ze’ dáár nou niks op weten te vinden!
En dat is twee
Het was mijn alderliefstes wens om nog voor het jaareinde alle met de borstkanker (zie ‘2016 – Slothoofdstuk 1: Ongewenst bezoek’) samenhangende operaties en aanpalende behandelingen achter de rug te hebben. Met de amputatie van de ‘andere’ borst op 4 december kwam ze een aardig eind in een evenwichtige richting. De naweeën reiken weliswaar tot fors over de jaargrens met 2018 heen, het vertrouwen in de nabije toekomst blijft ongebroken. En met de onvermijdelijke vermoeidheidsaanvallen en voortgaande controles hebben we inmiddels vrede gesloten, want ‘if you can’t beat them, join them’ (dat heb ik in de loop van de jaren wel opgestoken van de tv-serie Hillstreet Blues en van Vara-voorzitter Marcel van Dam die ook in de moeilijkste omstandigheden aardig overeind wisten te blijven door deze ‘leefregel’ in praktijk te brengen). – Of ’t allemaal ook uitkomt? Het verslag over 2018 zal het leren. (Ik heb mijn inschatting alvast in een gesloten envelop gedaan!)
Intussen aan het huizenfront…
Behalve in ziekenhuizen zaten wij in 2017 ook veel bij de makelaar, de financieel deskundige, de hypotheekverstrekker, notaris, bouwbedrijf, keukenbouwer, sanitairverkoper en menige woninginrichter en vloerenspecialist – soms louter om informatie te vergaren, soms om spijkers met koppen te slaan. En dat allemaal omdat wij ‘van papier’ een nieuwe woning kochten achter het station van Zutphen. En hoewel het ons zesde koophuis is, is er in die branche niets meer zoals het vroeger was.
Ons eerste huis (1967/8) bij voorbeeld kochten wij ook ‘van papier’, een advertentie in de krant van projectontwikkelaar Stienstra die gouden bergen voor weinig gelds beloofde. Betalen hoefde je pas bij oplevering, en dan was het huis ook helemaal af, incl. parketvloer, bad en open haard. Je hoefde er niks meer aan te doen: spullen erin zetten en beginnen met lekker wonen. Als je werkgever garant wilde staan dat je elke maand 300 gulden kon verwonen, dan kon je je handtekening zetten (wat mij in het begin trouwens nog flink wat zenuwen bezorgde, jazeker, wat een stap, 300 gulden op een salaris van 600 gulden per maand).
Hoe het ook zij, 2017/8 is wel even andere koek zeg. Vanaf het moment dat je je handtekening zet en nog vóór de eerste schop de grond in gaat, begin je te betalen zodat je naast je bestaande woonlasten meteen aan een tweede hypotheek vastzit. Dus is het zaak om je eigen huis zo snel mogelijk te verkopen, ook al wil je daar zelf nog wel dat hele bouwjaar in blijven wonen.
En, opgepast! Als je nieuwe huis wordt opgeleverd is het bij lange na niet af! Dat moet je zelf doen: de muren laten stuken, een keukenboer zoeken, tegels laten leggen, de trappen aankleden. Kortom, als je nieuwe woning klaar is kun je er nog lang niet in! Reken op twee maanden om je huis ‘af te bouwen’. – ‘Ja meneer,’ formuleert de makelaar het, ‘iedereen wil tegenwoordig wat anders, dus daar geven wij gehoor aan.’ – ’t Is misschien schande of suf om te zeggen, maar een nieuwbouwhuis wordt gewoon een flink stuk duurder dan je aanvankelijk in de gaten had, en het is ook pas maanden later klaar!
Bijkomstigheidje: aan de verkoop van je eigen huis moet je zoveel zien over te houden dat je alles aan het nieuwe huis (incl. de afbouw) kunt betalen. Maar ja, heeft die koper van jouw huis daar ook zin in? Gesteld al dat je een koper hebt gevonden, want dat is nog een heel gedoe hoor. Maar goed, we wilden toch zo graag naar de toekomst kijken? Nou, dan hoort dit daar kennelijk bij.
Enfin, tegen de jaarwisseling met 2018 lag de bouw stil wegens vakantie, zat het ruwe plafond op de beganegrond-verdieping erop, waren wij zo’n 150.000 euro ‘armer’, en hadden wij de verkoop van onze huidige woning tijdelijk stilgelegd ‘wegens teleurstelling’. Er waren weliswaar twintig bezichtigingen geweest, maar de leverdatum van 1 oktober 2018 bleek de meeste kijkers vooralsnog te ver weg.
Kortom, de bouw gaat voort, intussen kunnen wij ‘reculer pour mieux sauter’ (even ’n stapje terug doen om des te verder te kunnen springen), zodat en opdat 2018 voldoende ruimte biedt voor lichamelijk herstel, een mooie verkoop en een gladde verhuizing naar de nieuwe stek. Maar nú is het nog even 2017, en roept de huisarts ‘Joehoe!’ (‘Ja, Brabants, hè!’ is haar eigen bijgeleverde commentaar) als ze via de achterpoort en de keuken haar visite aan de kankerpatiënt aankondigt. – By Jove, dat gaan we straks nog missen hoor, deze dorpse opendeur-gewoontes!
Het Snoepje-beraad
Uit kiesheid maar ook omdat het lange tijd té pijnlijk voor ons alle vier was zweeg ik in mijn opstel over 2008 over de halve teloorgang van het contact met onze beste en oudste vrienden. Meer precies gezegd: het contact met haar ging verloren, dat met hem bleef in gewijzigde vorm overeind. Voorwaar een kreupele toestand waar we ons zo goed en zo kwaad als het ging naar voegden. Tot… de combinatie van grootmoedigheid en vette pech tot een emotionele katharsis leidde. En nu zijn we dan zo’n beetje weer ‘bij elkaar’. En dat vieren we om de paar weken met een koffiebijeenkomst in de Zutphense Museumwinkel annex praatcafé ‘Het Snoepje’.
Het ‘Snoepje-beraad’ hebben we onze donderdagse slemppartij inmiddels gedoopt, een heel aardige aanloop naar volledige normalisering van onze betrekkingen. Meer dan koffie en eigengebakken ‘wat lekkers’ erbij serveert Het Snoepje overigens niet; we hebben intussen een ‘eigen tafel’, en de tweede koffie wordt speciaal voor ons gezet en handmatig aan tafel uitgeserveerd.
Als ik aan ons Snoepje-beraad denk verval ik automatisch in wat deftiger taal, niet omdat de gelegenheid zelf aan de deftige kant is, eerder sociëteitachtig, maar toch heeft het geheel van het etablissement iets ouderwets eerbiedwaardigs. Geen twee stoelen of tafels zijn hetzelfde, zo min als de koffiekopjes of de wandelijke aankleding. Iets anarchistisch straalt het café uit, de betere uitdragerij zeg maar. Een ideale omgeving om scherven te lijmen en bittere vlekjes weg te kleuren. Ik kom er graag, elke keer dat we er afspreken.
Een goede buur…
Volgend jaar, als ons nieuwe huis klaar is, verruilen we het dorp Eefde dus voor de stad Zutphen (stadje is eigenlijk een betere naam, zo’n goeie 40.000 inwoners, inclusief het geannexeerde dorp Warnsveld). Toch blijven we ook aan Eefde plakken: we houden dezelfde huisarts (die van het ‘Joehoe!’ jazeker), dezelfde fysiofitness en dezelfde kapsalon, maar in het bijzonder toch vanwege onze vriendschap met overbuurvrouw J. Sinds het overlijden van haar man heeft de vriendschap zich verdiept tot een bijzonder prettig contact, hulp-in-nood, en vele halfhilarische gesprekken over het geloof en de ontwikkelingen in de wereld in het algemeen en die van het dorp Eefde in het bijzonder. Het is een soort vriendschap die wij nog niet eerder kenden, en die het leven beslist veraangenaamd, verdiept en geïntensiveerd heeft. En wat nog mooier is, het is apert wederzijds. Dat gaan we natuurlijk niet op het spel zetten van zo’n twee à drie kilometer fietsafstand. We gaan hopelijk bewijzen en uitvinden dat die afstand ons niet deert, ondanks de dwingende toon van de uitdrukking over de buur en de verre vriend…
En oja, van die dingen die maar niet overgaan
Nog even over die jeuk in mijn gelaat… Ik heb intussen welgeteld 16 soorten crèmes, zalfjes en poeders uitgeprobeerd, op recept, zonder recept, en altijd voorzien van wijze raad en de beste aanbevelingen. Het probleem duurt evenwel voort, hoewel praktisch alles went na een jaar. Twee dingen weet ik intussen wel: je moet er niet over praten, en je moet ‘er vanaf blijven’, van die dingen die niet overgaan. – En als ik de dichter Werumeus Buning (1891-1958) mag geloven, dan zijn dat er nogal wat, ‘de dingen die niet overgaan’, het complete leven welhaast! Hoor zelf maar.
De ‘Ballade van de dingen die niet overgaan’ komt uit de bundel ‘Verboden verzen’ (1947), en doet uiteraard een beroep op je geduld en mededogen met de tijd waarin Werumeus Buning het schreef.
Hoi Christ,
Heb je al amandelolie geprobeerd voor de jeuk?