Het was een ouderwets winterjaar, 2010: het telde meer sneeuwdagen dan ooit (51 tegen normaal 19), en februari was de somberste maand sinds de metingen (29 uren zonneschijn in plaats van normaal 77). April probeerde dat record ook nog eens te breken met de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull: de uitgestoten aswolken hielden het luchtruim in veel Europese landen gesloten waardoor het vliegverkeer wekenlang ontregeld was. En als klap op de vuurpijl hadden we op het einde van het jaar nog die mooie Witte Kerst.
Helaas, enfin en voorwaar
Helaas was 2010 ook het jaar van het kabinet Rutte I, waarin CDA en VVD zich vrijwillig lieten gijzelen door de PVV van Wilders zodat het land ook ná de Eyjafjallajökull onder een permanente zonsverduistering leek te lijden. Oja, en dan was daar nog PSV uit Eindhoven, dat in oktober Feyenoord de grootste nederlaag uit zijn voetbalbestaan bezorgde: 10 tegen 0! Mede-oorzaak van een totaal verdeeld land. Wie zei daar dat sport en politiek niks met elkaar te maken hebben?
Enfin, om al deze barre omstandigheden adequaat te compenseren kan ik dit jaar gelukkig ruimschoots putten uit positieve privé-ervaringen, waarvan ik er hieronder eentje zal overschrijven uit mijn Dagboek 2010. – Dat was nog moeilijk kiezen trouwens, want daar was bijvoorbeeld op 27 september die heerlijk moddernatte familiedag aan het Spruitenstroompje bij Biest-Houtakker aan De Reusel, georganiseerd door mijn zwager met verstand van grote ‘land(her)inrichtingsprojecten’. Helaas was het verslag te lang voor deze blog. Of neem mijn zondagse herfstnotities op 10 oktober rond ‘De hoorns van Haydn en ander geluk’; die vond ik zelf wel aardig maar het is toch vooral een preek voor eigen parochie. Daarom hier alleen even de intro tussen haakjes, als een gelukspoppetje:
(“Als een blindeman stap ik uit bed, daal de trap af, pak de krant uit de bus, onee, zondag, geen krant dus, en verricht op de volautomatische piloot alle handelingen die moeten leiden tot dat typische kopje zondagochtendkoffie met klassieke muziek en de ongeziene Vrij Nederland van donderdag toe. Het is koud in de kamer, ik ontsteek de kachel en omvat met beide handen de hete koffiemok, er mort geen haast en ook hurkt er vooralsnog geen windengel tussen de bladeren op het terras (met dank aan de dichter Gerrit Kouwenaar). Mist trekt op, een eerste zonnestraal breekt baan, optimisme steekt de kop op. Het hoornconcert van Haydn komt bij mij naar binnen als Gods woord in een ouderling, zo heet dat immers op zondagochtend, vrede zij met u, en wenst niet meer. – Of toch, alstublieft, twee beschuiten, eentje met kaas, eentje met jam, een halve peer in partjes en een blaadje munt op de kaas, en natuurlijk ook nog koffie, er is genoeg en anders maken we bij.”)
Voorwaar, 2010 is een jaar om te onthouden: ik werd 70, mijn alderliefste en ik logeerden feestelijk bij De Zwarte Boer in Leuvenum, en we verwierven het Werkboek Karton (Stichting Boardkarton Amersfoort) van onze bevriende kunstenaar Couzijn van Leeuwen (kijk vooral even het 2 minuten-filmpje hieronder!) – om maar eens ’n paar privé-gelukkies te noemen.
Alleen jammer dat 2010 inmiddels alweer 7 jaar geleden is. Want o,o die tijd, die staat maar niet stil! – Over nu dus naar mijn dagboek, met ‘ene logeerpartij te Leuvenum’.
18 januari2010 – Pleisterplaats De Zwarte Boer
Het chique adreskaartje bleef bewaard na een vorige wandeling. We hadden er een heuglijk kopje koffie gedronken, en waren enthousiast geweest over de verbouwde entourage en de ontvangst in de eeuwenoude boerderij middenin het Leuvenumse Woud. Op dus naar Leuvenum (gem. Ermelo), voor een feestje op niveau.
Eerst spoorden wij naar Apeldoorn, en vandaaruit was het nog negen strippen met de bus naar Elsspeet. Tenslotte liepen wij de laatste 7 kilometers naar Leuvenum. Het besneeuwde heideland was ronduit sprookjesachtig, de wandelstok voluit noodzakelijk, en de rugzak aan de zware kant, vooral op de rechterschouder. Wij arriveerden rond vieren bij De Zwarte Boer, de gelagkamer was rijkelijk gevuld met goed volk, de open haard geurde ons tegemoet. Wandelaars welkom!
Ontvangst met instructie…
Van de zeven beschikbare kamers was ons de ‘Zomerkamer’ toebedeeld, en Bediende 1 zou ons die graag laten zien. Zij pakte resoluut de rugzak van mijn alderliefste, en ging ons voor een breedbeloperde trap op. De kamer was modern en luxe, met geavanceerde apparatuur ook, maar vooral het ‘natte gedeelte’ was de show en de instructie ten volle waard. De uitleg bij de stoomcabine annex douche annex massagegestraalte vergde het uiterste van onze concentratie. Wij dachten het zo ongeveer wel begrepen te hebben, zeiden we. En daarna liet ze ons alleen.
Het was mijn M. natuurlijk meteen om de stoomcabine te doen, dus repeteerde ze verwoed de achtereenvolgens te bedienen knopjes. En na twee knopjes al sloeg de twijfel toe: hoe kwam je nou ook alweer aan die eucalyptusdampen? En die dwarse stralentuitjes, hoe gingen we die te lijf? Inmiddels had ik zelf het zwartlederen hotel-boek in de vensterbank gevonden en doorgekeken, en trof daar de mededeling dat een ‘Instructie der stoomcabine’ zich in de badkamer bevond. Geen Instructie te bekennen natuurlijk. M. naar beneden dus.
…door het voltallige personeel
En kwam terug met Bediende 2, een beetje een ‘boven’-bediende. Die begon opnieuw en van voren af aan met de instructie van de stoomcabine annex douche annex massagegestraalte. Sommige knopjes moesten anders begrepen worden dan bij Bediende 1, maar zij had ze zelf ook nog nooit volledig uitgeprobeerd. Ja, één keer, maar toen had een straal ‘verkeerd gericht’ gestaan, was ze nat geworden en was het uitproberen voortijdig gestaakt. Daar wist ze nu raad op: we gingen Bediende 3 raadplegen, want die ging daar eigenlijk over.
Deze vlotte jongeman kwam gezwind aangedenderd met een dikke ordner papieren onder de arm. Hij straalde zelfverzekerd uit dat ie dit mineure klusje wel ’s even in een mimi-mumpje zou klaren, en dat het al met al en eigenlijk beneden zijn stand was. En zo begon Instructie III, met ons vieren in de deuropening van de stoomcabine annex douche annex massagegestraalte. – ‘Nee, deze knop is voor de watertemperatuurregeling, en met déze hendel, kijk, zó, bedien je de waterstra…’ Zodat we alle vier door alle gestraalten van onder tot boven natgespoten werden en er twee grote nieuwe badlakens aan te pas moesten komen om de vloer en onszelf weer enigszins op het droge te krijgen.
Dat was lachen, dat was kicken, en tot overmaat van hilariteit bleek die hele genoemde Stoom-Cabine-Instructie nog ontworpen en op papier gezet te moeten worden. Inderdaad, de taak van Bediende 3. – Zonder nadere instructie hebben wij vervolgens zelf by trial and error het hele arsenaal aan mogelijkheden uit de stoomcabine annex douche annex massagegestraalte weten te halen. En daarna meldden wij ons geheel en al opgefrist en redelijk hoog gerood rond zes uur in de Heerenkamer, voor aperitief en kennismaking met de andere hotelgasten.
Chefkok zonder weerga
En dan het eten bij De Zwarte Boer, dat kan hier niet onbesproken blijven. Wij hadden ons bij de reservering gemeld als vegetariërs, en dat had de receptie ‘een leuke uitdaging’ geleken. Bij nader inzien bleek De Zwarte Boer te beschikken over een onalledaagse chef-kok. Of eigenlijk: over een chef-kok zoals je die overal zou moeten hebben, iemand die net zo goed voor vegetariërs, veganisten als voor vleeseters kookt. En die niet schrikt van bietencarpaccio of krokant gebakken rooktofu. Vegetarisch eten bij De Zwarte Boer was een feestje, niet het alternatief van de vleesloze maaltijd, maar een totaalmenu waar de carnivoren het water bij in de mond liep. En dat begon al bij de voorgerechtsoep van knolselderij met schorsenerenstukjes, waar mijn alderliefste de chef-kok het recept van wist te ontfutselen. De man nam er de tijd voor, en kwam het ons allemaal eens netjes uitleggen en toelichten. Op papier!
In de belendende diner-zaal zat een gezelschap van vijfentwintig man. Twaalf ervan aten vegetarisch, en nog drie hadden een uitgekiend specialiteitendieet. Onze chef-kok maakte er zingend werk van!
Even afrekenen
Nou, de nota was ook niet mals; dat badkamerdesign ook… Bovendien las ik het te betalen bedrag verkeerd, en gaf daardoor een veel te ruime fooi. Maar ja, als ze ook drie Bedienden inzetten om je ‘badbeleving’ te verhogen, en de chefkok zelf je z’n geheimen komt prijsgeven… wat zul je dan simmen over een paar euro’s meer of minder!
Nee, dan schrijf ik liever een kort gedicht over onze winterwandeling van Leuvenum naar Harderwijk, onderweg gezeten op een bankje van sneeuw en ijs, en met de warmte van De Zwarte Boer nog nazinderend in ons hele lijf.
WINTERWANDELING
Kijk, hier waren wilde zwijnen,
zie je al dat opgewoelde blad
onder de bomen
waar de sneeuw zwart is?
En dit bandenspoor, zou dat van die jongen zijn
die hier een wandelpad aan het uitzetten was?
Dat hij hier kon fietsen over die ijzige wortels
en die diepgevroren kuilen, snap je dat?
Een wonder is het, is het niet, zo’n winterwandeling,
of anders toch een sprookje,
als heg en steg en wandelweg
diep onder pakken sneeuw zijn gaan zitten.
O, en kijk, daar heb je dat witte stenen huis
met dat gele bijgebouw, en al die rododendrons errondom.
Vandaaraf nog eens anderhalf uur, dacht je niet?
Ik kan de erwtensoep al ruiken. 6 km.