1968 – Omzien met voorkennis

Enkele jaren geleden vatte ik het plan op om een apart boekenkastje chronologisch in te richten met publicaties ‘die de wereld veranderd hebben’. Niet dat ik daartoe speciaal boeken ging verwerven, het uitgangspunt betrof uitdrukkelijk en uitsluitend ons aanwezige boekenbezit. Te beginnen met de Bijbel en de Koran, dacht ik, daarachter dan bij voorbeeld The Origin of Species van Darwin, het Communistisch Manifest van Marx en Engels, en daar nog weer achter het Rapport aan de Club van Rome.

Vanuit de helikopter gezien

Charles Darwin, 1959
Hét boek van Charles Darwin, 1859

Het bleek nog niet mee te vallen om de boekenkast ‘zuiver’ te vullen: ik selecteerde ongemerkt nogal wat boeken die verslag bleken te doen van veranderingen in de wereld, min of meer te typeren als geschiedenisboeken dus (zoals bij voorbeeld: Im Westen nichts Neues van Remarque, Ulysses van Joyce of Presser’s De ondergang). Maar dat was eigenlijk niet de bedoeling, het zou echt moeten gaan om boeken met wereldwijde invloed op het denken en doen van de mensheid (zoals de filosofie van Nietzsche bij voorbeeld). Zodoende bleef het boekenkastje vooralsnog beperkt tot enkele plankjes.

Niettemin was het een interessante exercitie, want waarom haalde Het Rapport aan de Club van Rome wél, en An inconvenient truth van Al Gore de eindstreep níet? Waarom ligt In de schaduwen van morgen (Huizinga) wél, maar In de schaduw van gisteren (Van Randwijk) níet voor de hand? Het antwoord ligt natuurlijk in de bewezen voorspellende kracht van een boek. Van een kersverse titel kun je dat sowieso niet weten, het moet allemaal nog maar uitkomen.

Sinds ik aan deze ‘autobiografie in jaartallen’ schrijf kom ik dit keuzeprobleem zo ongeveer bij elk jaartal tegen, ik geef een concreet voorbeeld. Bij het jaar 1964 schreef ik over het Tonkin-incident waardoor de VS rechtstreeks betrokken raakten bij de oorlog in Vietnam. Maar in 1964 zelf had ik natuurlijk helemaal nog niet in de gaten dat dat de gevolgen van dat incident zouden zijn. Kennis van later gebruikte ik dus om een gebeurtenis uit 1964 als het ware op te waarderen tot zijn historische betekenis.

Het Rapport aan de Club van Rome
MIT – Rapport aan de Club van Rome

Nu, bij het jaar 1968 doen zich soortgelijke keuzes voor: ik lees in de Wikipedia dat in 1968 een groep verontruste wetenschappers en ondernemers De Club van Rome oprichtte ‘voor een bezinning op de vraagstukken van vervuiling, uitputting van hulpbronnen, armoede en bevolkingsgroei’. Een onderzoek daarnaar werd gegund aan het MIT (Massachusetts Institute of Technology in Boston). Dat MIT bracht in 1972 in de persoon van onderzoeksleider Dennis Meadows Grenzen aan de groei uit, het zogenaamde ‘Rapport aan de Club van Rome’ (en niet, zoals je overal en telkens leest: het ‘Rapport van de Club van Rome’. De oorspronkelijke titel luidt immers: ‘The Limits To Growth – A Report for the Club of Rome Project on the Predicament of Mankind’).

Maar in 1968 had ik natuurlijk geen benul van die onderzoeksopdracht, laat staan van de gevolgen van dat rapport op, om te beginnen, ons eigen leven. Die invloed bleek later enorm groot (verhevigd milieubewustzijn, geen auto, niet vliegen, niets verspillen, hoe kan het zuiniger, je verantwoordelijkheid nemen). En vanuit die gevolgen wil ik in 1968 maar wat graag noteren ‘dat De Club van Rome een onderzoek laat doen naar de gevolgen van de veronderstelde uitputting van de aarde’. Hoewel ik dit in 1968 natuurlijk niet bedacht kan hebben.

Onbedoelde geschiedvervalsing ligt zodoende op de loer, ook al meld ik menigmaal dat ik ‘alweer enige tijd vooruitloop op de concrete ontwikkelingen’, maar dat dat nou eenmaal onvermijdelijk is; of dat ik mezelf daarvan niet kan weerhouden. Ik zal uiteraard voortgaan om dit soort waarschuwingen te plaatsen, in de wetenschap ook dat het met de lezer vaak niet anders gesteld is dan met de schrijver: ook de lezer interpreteert de historische werkelijkheid met en vanuit zijn latere kennis.

Intussen in de wijde wereld…

Het Aanzien van 1968 - Spaarnestad
Het Aanzien van 1968 – ‘met de dag waardevoller’

Een van de boeken die oorspronkelijk mijn bijzondere boekenkastje haalde, is ‘Het aanzien van 1968 / Twaalf maanden wereldnieuws in beeld’, een uitgave van Uitgeverij De Spaarnestad. De voorwoordschrijver besluit zijn introductie aldus: ‘Dit boek zal een bezit zijn, dat u doorbladert en leest, dat u in de kast zet en er later weer uithaalt en herleest. Als bron van herinneringen, voor elkeen wellicht anders, zal het met de dag waardevoller worden.’

Vooral dat ‘waardevoller’ intrigeert, omdat deze schrijver kennelijk de historische betekenis van 1968 voorzag. Wat misschien ook weer niet zo verwonderlijk is als je op een rijtje hebt wat er allemaal voor ‘ingrijpends’ in dat jaar gebeurde. Ik som even een paar 1968’jes voor u op:
– de uitzichtloos lijkende Vietnam-oorlog (het ‘Tet-offensief’!) vindt zijn voorlopige climax in de start van de vredesonderhandelingen in Parijs;
– in Amerika worden Martin Luther King en presidentskandidaat Robert Kennedy vermoord;
– in mei breekt in Parijs de ‘revolutie’ uit (studenten én arbeiders), die ‘heel Europa aanraakt’. President De Gaulle weet Frankrijk slechts met de grootste moeite overeind te houden;
– in het Afrikaanse Biafra vindt een ware uitroeiingsoorlog plaats (met het uitgemergelde ‘Biafra-kindje’ als wereldicoon);
– Russische tanks maken in Tsjecho-Slowakije met geweld een einde aan de Praagse Lente van Alexander Doebtsjek;
– in Amsterdam verschijnt de eerste witkar in het straatbeeld;
– de toekomstfilm ‘A Space Odyssee 2001’ komt uit;
– en zo kan deze rij nog wel even doorgaan… Voorwaar, een geschiedenisboekenjaar.

… en op microniveau

De Smoeshaan - althans het manipuleren met...
De Smoeshaan – ‘althans het manipuleren met een voorwerp…’

Toneelstuk in opspraak
Bij Malmberg had je in die tijd de ‘Culturele kring’, kon je met subsidie van de baas naar toneelvoorstellingen in het Casino aan de Parade. Wel naar de aangegeven voorstelling, en wel op de aangegeven dag en tijd. We hebben er veel mooie avonden aan beleefd, met dank vooral aan promotor en organisator C. Leblanc.
Voor eind november staat Plautus’ bijspel ‘De Smoeshaan’ van Toneelgroep Centrum op de rol. Tot… het toneelstuk in opspraak komt door een actie van de Haarlemse burgemeester Cremer. Die verbiedt na de première in zijn stad alle volgende voorstellingen, ‘althans het manipuleren met een voorwerp, voorstellende het mannelijk geslachtsorgaan’. In navolging van Cremer speelt ook Leblanc voor zedenmeester, en hij gelast op eigen houtje de Culturele-Kringvoorstelling af.
Dat schiet mij in het verkeerde keelgat, en ik maak openlijk bezwaar tegen deze betutteling. Leblanc voelt zich geschoffeerd en brengt directeur Cuppen in stelling. Ik moet op het matje komen, maar ik houd voet bij stuk: ‘Ik laat me niet door de heer Leblanc voorschrijven wat ik wel en wat ik niet mag zien.’
Het slot van het liedje is dat de CK-voorstelling afgelast blijft, maar dat iedereen naar eigen inzicht de Smoeshaan op een andere avond in het Casino kan bezoeken, met behoud van de CK-subsidie. En dat doen de meeste clubleden.
De voorstelling krijgt van mij een 6, maar het is wel míjn 6. – Anti-autoritaire revolutie op microniveau.

Naar de nieuwe woning
En dan tot slot de belangrijkste gebeurtenis van 1968 voor de Balthasartjes: midden in het jaar, een dag voor de bouwvakvakantie wordt ons nieuwe huis op de Kruiskamp na veel drammen opgeleverd. We huren een verhuiswagen bij SARS, en met vrienden en familie transporteren we onze bullen naar de Smirnoffstraat. Voorlopig zijn we de enige nieuwe bewoners. Het water moet nog aangesloten worden. We wassen ons nog even met een teiltje water van het bouwterrein.
M. Lief en ik veranderen onze naam in: Familie De Koning-Te Rijk. En we trakteren onszelf op de feestfilm Yellow Submarine van De Beatles, net uit, fantastisch.

https://www.youtube.com/watch?v=K7lRMw6f3EY

Schrijvers voor Vietnam

Protestbetoging in Amsterdam
Vietnam-protestbetoging, Amsterdam

Helaas overschaduwen in 1968 de wereldwijde dieptepunten de hoogtepunten met lengtes. Ik beperk me tot ‘Vietnam’. Sinds de VS die oorlog daar proberen te winnen, nemen de krijgshandelingen steeds extremere vormen aan. Het is al ‘dood en verderf’ wat de klok slaat. In de hele wereld nemen de protesten tegen Amerika toe, president Johnson krijgt het persoonlijk op z’n brood in de protestkreet ‘Johnson Moordenaar’ (om juridische redenen later verbasterd en ver’geus’d tot ‘Johnson Molenaar’). De president  ‘durft’ niet meer op te gaan voor een nieuwe ambtstermijn, en trekt zich terug als democratisch kandidaat.
Ook veel Nederlandse schrijvers dragen hun steentje bij in de vorm van aanklachten, stekelige ‘meningen in marstempo’ (Harry Mulisch) en via hun gedichten. Zo’n 50 van deze oprispingen zijn uiteindelijk gebundeld in het boekje Schrijvers voor Vietnam (Van Gennep/De Bezige Bij, 1970). Ik citeer hier het kernachtige pamflet van Adriaan Morriën (1912-2002), het heeft geen aparte titel.

DOODGAAN
ZOU
HEEL FIJN
ZIJN
ALS JE
HET
HEEL VAAK
DOEN KON

2 gedachten over “1968 – Omzien met voorkennis”

  1. Dit is nou een gedicht waar ik iets mee kan, beperkt tot een kern en met een twist. Net zo als ik mijn ukvaes probeer te schrijven, al noem ik die geen gedichten maar ultrakorte verhalen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.